| Je trouwt snel als je twintig bent
|
| En na een paar jaar krijg je het druk
|
| Met drie, vier kinderen, ach dat went
|
| Je hebt geen tijd meer voor geluk
|
| Tussen de vloeren en de vaat
|
| De vuile was en het fornuis
|
| Sta je niet stil, ook al vergaat de wereld
|
| Jij bent bezig thuis
|
| Is dit een grap
|
| Of om te huilen
|
| Is er iemand die haar benijdt
|
| Wie zou er met haar willen ruilen
|
| Dag in, dag uit
|
| Waar blijft de tijd
|
| De koffie pruttelt op het vuur
|
| De kinderen spelen, en je man
|
| Zit achter een krant als achter een muur
|
| De dagen glijden door je hand
|
| De kinderen zijn vandaag nog klein
|
| Maar morgen groot, je denkt waarom
|
| Kan ik alleen maar ouder zijn
|
| De foto van je jeugd trekt krom
|
| Is dit een grap
|
| Of om te huilen
|
| Is er iemand die haar benijdt
|
| Wie zou er met haar willen ruilen
|
| Dag in, dag uit
|
| Waar blijft de tijd
|
| De zondag is niets dan een pak
|
| Netjes gestreken 's avonds laat
|
| Wat bloemen in de vaas
|
| Een tak in bloei, wat altijd aardig staat
|
| En deze levenslange sleur
|
| Duizenden passen ieder uur
|
| Tussen de tafel en de deur
|
| En van het kastje naar de muur
|
| Is dit een grap
|
| Of om te huilen
|
| Is er iemand die haar benijdt
|
| Wie zou er met haar willen ruilen
|
| Dag in, dag uit
|
| Waar blijft de tijd |