| De appelsap staat al zo lang op de tafel, voor haar
|
| Ze wordt misselijk van die euroshopper wafels
|
| Ze roept: alsjeblieft, help mij
|
| Help mij
|
| Alles wat zij ziet zijn die lichtjes, een paar van haar nichtjes
|
| Oh ik weet wat ze van je vragen
|
| Doe je ogen dicht en niemand kan je raken
|
| Oh ik weet wat ze van je vragen
|
| Oh ik lees, proef, gedachtes, ziel, ren weg
|
| Meisje alsjeblieft, jouw geld is geen geld waard
|
| Op een dag misschien
|
| Is er iemand die jou vangt, misschien ben ik die iemand
|
| Ik was twintig jaar oud, en ik dacht aan jou
|
| Van de klas was zij het mooiste meisje
|
| Goeie cijfers, veel aandacht
|
| Dure dingen, niemand wist hoe zij eraan kwam
|
| Omdat het goed ging, tot het fout ging
|
| Papa sloeg haar, maar gaf geld ook
|
| 't Deed pijn, daarom kocht ze van die geld coke
|
| Amper vijftien, helemaal verloren
|
| Kon niet winnen van de coke, wou alleen maar scoren
|
| Dacht niet na bij wat ze deed toen, zie haar en ze leeft toen
|
| En ik leef nu
|
| Niemand had gedacht wat ze deed nu
|
| In de klas was iedereen verliefd op d’r
|
| Ze hadden niets op d’r, kijk haar nu
|
| Zo alleen en bang voor d’r eigen schaduw
|
| Een gewaarschuwd mens telt voor twee
|
| Zo’n engel vliegt met de duivel mee |